De zes weken na de dood: Sociale stilte en wederopname

Als iedereen doorgaat, maar jij nog stilstaat

STERVENSBEGELEIDING

8/8/20252 min lezen

De zes weken na de dood: Sociale stilte en wederopname

Als iedereen doorgaat, maar jij nog stilstaat

Vroeger wist men het: rouw stopt niet bij de uitvaart. Na het afscheid begon er juist een periode van stilte – van afzondering, terugtrekking en respect. De eerste zes weken na een overlijden waren een soort symbolisch niemandsland. Je werkte niet, je kwam nergens, en niemand vroeg wanneer je "weer normaal deed". De gemeenschap begreep: dit is een kwetsbare tijd.

In veel Nederlandse regio’s – én in diverse religieuze tradities – bestond het idee dat de overledene pas na ongeveer 6 weken écht ‘was gegaan’. In die tijd mocht je verdriet hebben, zonder uitleg. Je hoefde geen verjaardagen bij te wonen. Je kreeg geen goedbedoelde tips over "afleiding zoeken". Het rouwproces mocht ademen.

Pas na die periode begon de wederopname in het sociale leven. Soms ging dat gepaard met een ritueel: een herdenkingsmoment, het weer opzetten van sieraden, een eerste bezoek aan vrienden. Subtiel, zonder ceremonie – maar betekenisvol. Het was een manier om te zeggen: ik ben er weer, een beetje anders dan voorheen.

In andere culturen is dat nog steeds normaal

Wat wij vergeten zijn, leeft in andere gemeenschappen nog voort.
Binnen orthodox-christelijke, islamitische, joodse, Hindoestaanse én Molukse tradities – ook hier in Nederland – wordt de eerste periode na het overlijden juist actief gerespecteerd. Er zijn duidelijke gebruiken rond de eerste 7 dagen, de 40e dag, en soms zelfs de 100e dag na de dood. Nabestaanden krijgen letterlijk de tijd om te rouwen. Buren brengen eten. De gemeenschap draagt mee. Niemand verwacht dat je direct ‘functioneert’. Voor veel Nederlanders is dat contrast pijnlijk voelbaar. Na de uitvaart wordt het stil – niet als troost, maar als leegte. Mensen weten niet wat ze moeten zeggen. Of ze zeggen niets. En zo ontstaat een eenzaamheid die vermeden had kunnen worden, als we die symbolische tussenperiode weer collectief zouden durven benoemen.

In Nederland wordt rouw op het werk nog nauwelijks erkend

Een van de grootste pijnpunten is dat er geen wettelijk rouwverlof bestaat in Nederland. Voor het verlies van een partner, kind of ouder krijg je officieel vaak maar één of twee dagen – en daarna wordt van je verwacht dat je “gewoon weer aan het werk gaat”. Veel rouwenden, net als mantelzorgers, melden zich ziek, omdat er geen andere optie is. Ze voelen zich onbegrepen, opgejaagd, of alsof ze falen – terwijl ze eigenlijk ruimte nodig hebben. Geen ziekte. Gewoon rouw.

Het is tijd dat we dat erkennen. Rouw is geen verstoring van werk – het is een onderdeel van het leven.
En wie rouw ruimte geeft, voorkomt uitval.

Misschien is het tijd om die zes weken opnieuw te erkennen. Niet als verplichting, maar als recht. Als ruimte. Voor rouw, voor verwerking, voor rust. Een tijd waarin je niets hoeft uit te leggen. Waarin ook werkgevers begrijpen: dit is een kwetsbare tijd – en dat hoort zo.

💬 Zou jij gebaat zijn bij zo’n periode van erkende rouwstilte?
🕯 En hoe zou een zachte wederopname in jouw leven eruit kunnen zien? 💛 Misschien herken je jezelf in dit verhaal. Misschien ken je iemand voor wie dit geldt.

Laat het me weten. Jouw ervaring telt.

📩 Je kunt me schrijven via Met Marina tot het Eindmetmarina@marinagoelenok.nl

Wie weet wordt jouw stem onderdeel van een volgende publicatie.

Want samen kunnen we rouw zichtbaarder maken. Menselijker. Zachter.

Geschreven door stervensbegeleider Marina Goelenok

Voor wie rouw niet als uitzondering ziet, maar als deel van het leven