Comfort als vorm van liefde – over kleding en beddengoed in de laatste levensfase

In de laatste fase van het leven draait alles om comfort. Niet als luxe. Maar als noodzaak.

STERVENSBEGELEIDING

8/8/20252 min lezen

Comfort als vorm van liefde – over kleding en beddengoed in de laatste levensfase

In de laatste fase van het leven draait alles om comfort. Niet als luxe. Maar als noodzaak.

Als stervensbegeleider zie ik het keer op keer gebeuren: iemand brengt zijn of haar laatste dagen of weken grotendeels in bed door, maar ligt op een ruw laken, onder een synthetisch dekbed, gekleed in een outfit die ooit 'netjes' was – maar allesbehalve comfortabel. Dat raakt me telkens weer.

Want in de laatste fase van het leven draait alles om comfort. Niet als luxe. Maar als noodzaak.

🩶 Sterven is een lichamelijk proces. De huid wordt kwetsbaar. Het lichaam raakt uitgeput. Er ontstaan drukplekken, wrijving, en ongemak door kleine dingen: een knoop die in de zij drukt, een naad die schuurt, een pyjamabroek die niet meewerkt bij verplaatsing. En toch dragen velen kleding die eerder symbolisch is dan functioneel – uit gewoonte, uit sentiment, of omdat niemand iets anders aanreikt.

Daarom wil ik dit benoemen. En een lans breken voor comfortabele, natuurlijke materialen. Want zorg eindigt niet bij medische handelingen. Zorg is ook: een zachte pyjama, een ademend laken, een dekbed dat licht op je rust in plaats van zwaar op je drukt. 🕊 Wanneer iemand het grootste deel van zijn of haar tijd in bed doorbrengt, verdient comfort de hoogste prioriteit.

Zacht, ademend beddengoed is dan geen gebruiksvoorwerp meer, maar een landschap waarin iemand mag rusten. Elke vezel van katoen of bamboe ademt mee met de huid, zonder te eisen, zonder te wringen. Het koelt waar het moet koelen. Het omhelst waar niets anders nog past. Het biedt troost zonder woorden – een intieme nabijheid, zoals een hand die blijft liggen op iemands arm.

En dan zijn er de prints. Bloemrijk, kalmerend. Niet als versiering, maar als ritme voor het oog, als herinnering aan velden, zomerweken, vroege wandelingen. De bloemen op de lakens fluisteren van leven, zelfs als dat leven zich terug plooit. Ze vullen de kamer niet met angst, maar met adem. Niet met afscheid, maar met zachtheid. De luchtige pyjama van katoen, het huispak zonder knoop of boord: het zijn geen toevallige keuzes. Ze spreken van zorg – van meedenken, meebewegen. Want wanneer iemand niet meer zelf kan zeggen wat drukt of schuurt, moet de stof al vóór zijn aanraking geruststellen. Voor wie draagt, betekent het verlichting. Voor wie aankleedt of het laken gladstrijkt, wordt het een daad van liefde. Geen gebaar is te klein. Want elk detail telt. In het stiller worden van een leven kunnen pyjamabroeken, dekens, sokken met antislip, plotseling het verschil maken tussen onrust en rust, tussen ongemak en vrede. En daarin schuilt de wederkerigheid: zachte materialen ontzorgen niet alleen het lichaam van wie gaat, maar ook het hart van wie blijft. Een goed gekozen laken wordt een mantel van zorg. Een licht huispak wordt een manier om nabij te zijn, ook als woorden te veel zijn. Want hoe stiller het wordt, hoe meer tastbare liefde spreekt. Dat is de magie van textiel in deze fase van het leven. Het is geen stof. Het is een vorm van taal.

Een taal van zachtheid.
Een taal van liefde.
Een taal die blijft, tot het einde toe.

Geschreven door stervensbegeleider Marina Goelenok

Over kleding en beddengoed in de laatste levensfase